Ik ben geboren in het jaar 1944, overleefde ternauwernood de hongerwinter in Amsterdam en verloor in 1949 mijn vader aan de koloniale oorlog in het toenmalige Nederlands-Indië. Ik groeide op in een gezin met moeder, stiefvader en 3 jongere (half)zusjes. Door de woningnood woonden we bij mijn grootouders in en hoewel dat best behelpen was, koester ik vooral dierbare herinneringen aan vooral Opa. Hij overhoorde mijn huiswerk en was een begaafd verteller. Mijn ongebreidelde nieuwsgierigheid heb ik beslist van hem geërfd. Hij was ook zeer gesteld op mijn vader en heeft me altijd voorgehouden dat ik me beslist niet voor hem hoefde te schamen en dat hij met de beste bedoelingen op basis van de kennis van toen naar Indië was gegaan. Toen ik 18 was en werd opgeroepen voor de keuring voor de militaire dienstplicht. Werd goedgekeurd en kreeg een gesprek met de selectie-officier, bij wie je je voorkeur voor een bepaald onderdeel of functie kenbaar kon maken. Tot mijn verrassing vroeg hij “ben jij soms een zoon van Frits IJspaard, die in Indië is gesneuveld?” Bleek de man daar onder mijn vader te hebben gediend. Vanwege de goede herinneringen aan die periode wilde hij mij graag helpen aan een job die mij leuk leek. Ik sprak goed Engels en een functie bij de luchtmacht op de verkeerstoren leek me wel wat. “Ga ik voor je regelen!” beloofde hij. Op de vraag wanneer ik zou moeten opkomen, veronderstelde hij dat dat nog wel een jaartje zou duren. Maar helaas, al na een paar maanden en aan de vooravond van de dag dat ik met mijn vriendin onze eerste gezamenlijke vakantie zou bespreken, viel de oproep in de bus. Lichting 63-2, 3 april melden bij het 4e depot Infanterie in Maastricht. Dat was andere koek dan een leuk baantje bij de luchtmacht. Ook mijn vriendin was natuurlijk niet blij maar ze is toch meer dan 60 jaar bij me gebleven, gelukkig. Na de basisopleiding ging ik naar de kaderschool in Vught voor de opleiding tot onderofficier, gevold door 6 weken op de KMA voor een stoomcursus Atomische, Biologische en Chemische oorlogsvoering (ABC-specialist). Klinkt heel wat maar stelde niet veel meer voor dan stoeien met gasmaskers en aan de hand van een gradenboog de hoogte van een atoomwolk vaststellen om te weten hoe diep je het schuttersputje moest graven. Vanuit die opleiding werd ik geplaatst bij het 43e Infanteriebataljon in Assen. Het leek wel dat ze Amsterdammers altijd zo ver mogelijk van huis plaatsten! Toen ik me in Assen meldde kreeg ik te horen dat ik overcompleet was omdat er al een beroeps was voor die job. Oké, dan ga ik wel naar huis, maar dat was niet de bedoeling, ik moest maar even wachten op nadere orders. Dat duurde een paar weken en intussen vermaakte ik me bij de sportofficier die een schoolkameraad van me bleek te zijn. Totdat ik bij de kazernecommandant moest komen die de belangrijke vraag stelde “kan je typen?” . Ik had nog nooit een typemachine aangeraakt maar zag een “luizenbaantje” in het verschiet en blufte dat ik dat wel kon. Met 2 vingers kun je best een end komen dacht ik. En zo werd ik opzichter personeelszaken, een kantoorbaantje waar je niet moe can werd. Eén keer in de 2 maanden hadden we het druk om de nieuwe lichting te verdelen ober de compagnies, maar voor de rest stelde het allemaal niet veel voor. Toen we naar La Courtine gingen mocht ik scheidsrechter spelen tijdens de oefeningen en aanwijzen wie pseudo sneuvelde of gewond raakte zodat ook de hospikken konden oefenen. Om met mijn inmiddels zwangere vriendin te kunnen trouwen, kreeg ik 10 dagen verlof en en vloog even met een Fokker Friendship heen en weer naar Nederland. Het kwam goed uit dat ik het laatste half jaar “effectief” sergeant werd en dezelfde wedde kreeg als de beroepslui, Toen ik na 21 maanden afzwaaide vroeg de kazerne commandant waarom ik eigenlijk zo graag in militaire dienst had gewild. Dat had ik helemaal niet, maar in die tijd was normaal dat je in dienst moest als je gezond was en daar dacht verder niemand bij na. En toen kwam het hoogtepunt van mijn militaire loopbaan eruit: “Jongen, je had helemaal niet gehoeven! Je vader is voor Koningin een Vaderland gesneuveld en je has probleemloos vrijstelling gekregen als je daar om gevraagd had!” Toen heb ik nog wel even aan die selectie-officier gedacht die alles wist van wat mijn vader in Indië was overkomen! De enige troost die mij restte, was dat ik nooit op herhaling hoefde, want opzichter personeelszaken was eigenlijk een beroepsfunctie.
Moord op Kennedy
In de nacht van 22 november 1963 was ik op patrouille in Büren Duitsland. Mijn chauffeur en ik schrokken ons te pletter toen er opeens een tank voor ons stopte. Gelukkig bleken het Engelsen te zijn, die ons vertelden, dat president Kennedy was doodgeschoten. Een...