In 1969 ontving ik vrijstelling voor de dienstplicht vanwege ‘broederdienst’. Later ontving ik een brief met de mededeling dat, na keuring, ik ingelijfd zou worden bij de Bescherming Bevolking A Kring ZH c. Toentertijd jong en dynamisch slaagde ik voor de keuring en ontving ik een inlijving.
Na die inlijving moest ik een aantal cursussen volgen. Welk bestond uit een algemene basiscursus en specialistische cursussen Reddingdienst. Ik vond het wel leerzaam en kon me prima vinden in het doel van de Bescherming Bevolking. De discipline was voor mij geen probleem, want leiding is nodig!
Cursus gewondenzorg werd gehouden in het opleidingscentrum aan de Insulindestraat 238 te Rotterdam en meervoudige oefeningen in pelotonsverband op het terrein van het huidige Museum Bescherming Bevolking in Rijswijk, waar een groot oefenlocatie beschikbaar was.
Het was de leiding opgevallen dat ik redelijk snel het voortouw en de leiding nam en prima teamvormend. Na verschillende oefeningen werd ik bevorderd tot Ploegcommandant.
Tijdens een oefening in Rijswijk kwam ik in gesprek met de Commandant Reddingsdienst ir. P. Slingerland. Het was hem ook opgevallen dat ik gemakkelijk leidinggaf en vroeg of ik beschikbaar was om les te geven bij de B.B., met een vaste aanstelling als noodwachtambtenaar. Ik was best wel verrast en zag het zeker als een uitdaging. Hij stelde voor om een sollicitatiebrief te schrijven. In de gesprekken met o.a. Hoofd Opleiding en andere commandanten was mijn functie duidelijk en zij zagen in mij wel een geschikte kandidaat.
De aanstelling tot noodwachtambtenaar gaat gepaard met best veel formaliteiten, denk hierbij onderzoek door de toenmalige veiligheidsdienst en veel formaliteiten om tot een aanstelling te komen. Uiteindelijk stonden alle lichten op groen en Ik trad in dienst september 1978. Uiteraard was de beëdiging een officieel onderdeel van de benoeming en indiensttreding. Uiteindelijk na het plechtig uitspreken van de woorden ‘dat verklaar en beloof ik’, was mijn aanstelling een feit.
Het hoofdkantoor was aan de Goudesingel 98 en 150 te Rotterdam en de Commandopost aan de Delftweg te Rotterdam-Overschie, nabij begraafplaats en crematorium Hoofwijk.
Om tot de rang van officier benoemd te worden, moest ik een onder andere aantal opleidingen volgen aan de Stafschool in Putten. Veel geleerd op het gebied van leidingstructuren, beslismomenten, technieken van de verschillende diensten bij de B.B. en specialistische opleidingen A.B.C.-aangelegenheden.
Ook enkele opleidingen gehad bij de Korps Mobiele Colonnes op het gebied van discipline en leidinggeven. Tevens grootschalige brandbestrijding, wat soms spectaculair was middels oefeningen als oliebrandbestrijdingsaanval onder hogedruk nevel.
Mijn taak was lesgeven – bestaande diensten – aan noodwachtplichtigen en het lukte mij over het algemeen de noodwachtplichtigen goed te motiveren. Leidinggeven is gebaseerd op wederzijds respect en het moet interessant zijn. Buiten het lesgeven lokaal, waren er ook oefeningen in pelotonsverband en vaak op het oefenterrein van Rijswijk, het huidige Museum Bescherming Bevolking.
Tot aan de opheffing van de B.B. heb ik met plezier gewerkt. Ik kwam uit het bedrijfsleven, het was even wennen aan de ambtelijk regels!