In 1962 ben ik na de technische school als beroepsmilitair bij de Koninklijke Marine gaan werken om wat van de wereld te zien. Na mijn opleiding tot wapenelectronicamonteur werd ik in 1965Â bij OZD geplaatst en werd ik op de onderzeeboot Potvis gestationeerd .
Gedurende deze tijd heb ik bij de OZD vanaf 1968 een aantal “onderzoekings”-reizen gemaakt naar de Noordelijke IJszee, waar we de Sovjet schepen in de gaten moesten houden. Omdat deze trips officieel geheim waren, worden de mensen die deze trips hebben gemaakt, helaas niet als Veteraan erkend door de Nederlandse overheid.
Ik heb zowel met de Zeehond als met de Tonijn een aantal trips naar de Noordelijke IJszee gemaakt tussen 1968 en 1970.
Deze trips duurden gemiddeld 6 a 7 weken en werden grotendeels onderwater afgelegd, ook de reis naar het noorden voeren we onderwater, waardoor we niet erg snel konden varen, zodat
alleen de heen en terugreis elk al meer dan een week duurden.
Tijdens een van die trips kwamen we op onze locatie aan en toen bleek dat het glas van de periscoop was bevroren doordat de verwarming defect was ( het zeewater is in die gebieden 3 tot 5 graden onder nul , dus bevriest het opspattende zeewater op de periscoop) en daardoor konden we niets zien. De commandant wilde naar boven gaan om het glas te laten vervangen, maar ik zat achter de RadarZoekOntvanger en had net twee Sovet-radars gelokaliseerd, die overeen kwamen met de radar van sovjet TU-95 bommenwerpers, volgens de tabel die we bij dit werk gebruiken.
De CDT zag hier echter de radar van 2 Canadese fregatten in, en besloot om boven water te komen.
Daar stond ik als uitkijk op de brug en zag na enkele minuten 2 TU-95 bommenwerpers over ons heen scheren, die zo laag vlogen dat we de bemanning achter de raampjes konden zien staan met hun filmcamera.
Dat was dus wel even schrikken.
Ook kregen we een keer, toen we met een smaldeel onderweg naar Gibraltar waren, de opdracht om een aantal Sovjet-schepen in de Golf van Biskaye te volgen. Tijdens deze actie voeren we overdag boven water en ’s nachts onder water om dan van dichtbij foto’s te maken. Telkens als we onderwater naast een van de Sovjetschepen voeren, zagen we regelmatig een grote rookpluim uit de schoorsteen komen, omdat het schip dan snelheid verhoogde en dan met hoge snelheid over ons heen kwam varen, zodat we regelmatig een noodduik moesten maken en daarna de zware roffel van de scheepsschroeven over ons heen hoorden gaan. Dat was wel spannend.
Toen we volgende dag boven water voeren kwam een van de Sovjet-schepen naast ons varen en zagen we de seinlamp oplichten. Dus direct de seiner op de brug geroepen en die zag het volgende bericht van de sovjet-boot verschijnen. “Be careful you where much too close last night”. Dat was dus wel even een waarschuwing!
Van deze gebeurtenis heb ik een aantal foto’s die ik hierbij doe.
Moord op Kennedy
In de nacht van 22 november 1963 was ik op patrouille in Büren Duitsland. Mijn chauffeur en ik schrokken ons te pletter toen er opeens een tank voor ons stopte. Gelukkig bleken het Engelsen te zijn, die ons vertelden, dat president Kennedy was doodgeschoten. Een...