Ik heb van 1971 tot en met 1979 op Hr Ms Tonijn gevaren op diverse missies/ patrouilles zowel om de noord en de zuid. Wat inhield dat je of een patrouille om de noord in de noordelijke ijszee of om de zuid bijvoorbeeld de Golf van Hammamet gingen varen om de Russische vloot in de gaten te houden.
Het thuisfront was niet op de hoogte waar wij naar toe zouden gaan ook de bemanning hoorde pas na vertrek uit Den Helder waar wij precies naar toe zouden gaan. Ik kan mij wel meerde patrouilles herinneren maar die van september 1977 schiet mij zo te binnen deze is ook beschreven in het boek “in het diepste geheim”.
Na dat wij in Napels de boot hadden volgeladen met verse producten, en een overleg met de staf van de Amerikaanse admiraal van CTF 69 kwamen wij op 11 september aan in het patrouillegebied voor de Tunesische kust. Wij zouden er ongeveer 9 dagen blijven maar dat liep uit tot meer dan drie weken. Wij gingen daar de schepen bestuderen en opnames maken van de radaruitzendingen en geruis veroorzaakt door de scheepsschroeven en de machines die aan boord van de schepen aanwezig is. De belangrijkste scheepsbewegingen werden nouw gezet en zorgvuldig bij gehouden. Ook hielden wij bij op welke afstand wij de aankomende en vertrekkende marineschepen konden detecteren.
Na een paar dagen detecteren wij een Sovjet onderzeeboot. Een Foxtrot. Wat wij merkten was dat deze onderzeeboot een afwijkende patroon had. De commandant besloot Praai rond torpedo alarm dit om de gehele bemanning van onze boot op post te krijgen en voor eigen veiligheid. Ik liep op dat moment zelf al wacht als machinist onderwatercentrale het hart van het schip om de boot onderwater te brengen en in nood situaties weg te duiken als het nodig was. Het zicht onderwater kon wel 15 Meter bedragen. Dit is een moment om een underwaterlook te gaan doen en niet zomaar een maar een op een onderzeeboot. Hierbij is het noodzaak dat wij de boot in een geweldige trim houden zodat de boot niet plots naar boven schiet dan is het gevaar niet te overzien.
Een bovenwaterschip zal niet zomaar naar beneden schieten. Bij een onderzeeboot is dat heel anders. Om met een onderzeeboot van 80 mtr lang onder een oppervlakteschip meevaren is een huzarenstuk. Zoals u wel kunt begrijpen liepen de temperaturen aan boord hoog op ook door het lange mooie weer was het zeewatertemperatuur opgelopen naar 25 graden Celsius. De mensen en al het apparatuur zorgden er voor dat het aan boord nog warmer was. De commandant koos positie zodat wij onze prooi van achter konden naderen.
De Foxtrot voer met 6 knopen, De Tonijn nam een aanloop en ging met dubbele snelheid onder de Foxtrot. De grote vraag bleef of de Foxtrot het zelfde patroon zou blijven varen,of ineens onderwater gaan. Onze sonaroperators bleven goed uitluisteren of er bijvoorbeeld ook ballasttanks zouden worden gevuld wij moesten dan zo snel mogelijk onder de Sovjet vandaan. De Tonijn voer recht onder de Sovjet onderzeeër door. De commandant Driekus Heij hield zijn opponent constant door de aanvalsperiscoop in de gaten.
De oudste officier maakte foto’s en video opnames door de navigatieperiscoop. In de centrale werd door mij en mijn collega’s hard gewerkt om de driecilinder met deze lage snelheden stabiel te houden. De hele Foxtrot werd van voor tot achter gefotografeerd,inclusief de schroeven waar specialisten en inlichtingendienst later uit op konden maken wat de snelheid van de Foxtrot moest zijn.
Na ongeveer 30 minuten stond het hele onderzijde er haarscherp op en was de klus geklaard. De Tonijn werd diep gestuurd en wij konden allen opgelucht ademhalen. Deze inlichtingen waren goud waard.
Maar de honger van de Tonijn was nog niet gestild. Op de ankerplaats viel nog het nodige te doen. Nadat wij in de nacht onze batterijen weer hadden opgeladen,het vuil was geloosd en iedereen gegeten en goed geslapen had, was het tijd om de ankerplaats aan een zorgvuldige onderzoek te onderwerpen. De bedoeling was om met de Tonijn tussen de Sovjetschepen door te varen om zo veel mogelijk informatie te verzamelen hierbij werd torpedoalarm weer afgekondigd en wij zetten onderwater koers naar de voor anker liggende schepen.
Iets zat Driekus Heij die vroege ochtend niet lekker. Hij riep op acher, rondkijken. Toen de periscoop op hoog kwam en de bedieningsgedeelte boven de bun was klapte hij de bedieningshandels uit snel draaide hij rond in 7 seconden moest hij de hele omgeving in hem op nemen. Snel nam hij de omgeving in hem op veel was er niet te zien.Toch wel een grote oranje vissersboei hij schrok zich rot de boei had de zelfde snelheid als de Tonijn. Wij trokken visserslijnen met boeien mee.
De aanloop naar de ankerplaats werd afgebroken en onmiddellijk diep te gaan. Wij gingen op koers naar Lampedusa 100 km naar het zuidoosten ver uit het zicht en radar bereik. Daar wachten wij tot de avond viel om boven water te komen. In totaal werd er ongeveer 2,5 Km vislijn van de boot gehaald de vislijnen zijn verwerkt tot fraaie decoraties, Wij keerden weer terug naar de ankerplaats.
Gedurende een aantal dagen werd de ankerplaats bij Tunesië verruild voor een patrouille voor de Algerijnse kust, ten noorden van Skikda en Annaba, Waarna wij op 4 oktober vol informatie het patrouillegebied verlieten Al onze volgende bezoeken waren een groot succes.